ANTIPARASITAIRE BEHANDELINGEN EN PREVENTIE
Algemeen
Met antiparasitaire behandelingen wordt bedoeld het verwijderen van of voorkomen van infectie met parasieten.
Dit betreft zowel inwendige als uitwendige parasieten.
Bij de inwendige parasieten klasseren we wormen en eencellige parasieten.
Bij de uitwendige parasieten zijn vlooien, teken, luizen en mijten de voornaamste.
De adviezen rond preventie worden dikwijls bijgesteld, en dit heeft verschillende redenen:
- er wordt meer informatie ingezameld aangaande parasieten en hun verdeling in België
- er is meer geweten over de gevaren van de parasieten
- er steken nieuwe parasieten de kop op in België, met als voornaamste oorzaak de klimaatsverandering (minder strenge winters)
- er verschijnen meer antiparasitaire producten op de markt
Het is in ieder geval belangrijk om het met iedere diereigenaar over parasieten te hebben, gezien deze in belang lijken toe te nemen.
We zien in het algemeen een stijging van het aantal vlooien- en teken infecties, en zien deze ook gedurende langere periodes tijdens het jaar.
Behandelen op maat
We vinden het belangrijk om met iedere eigenaar te spreken over de kans die zijn/haar dier heeft om parasitaire infecties op te doen.
Dit risico is immers veel kleiner voor een binnenkat in vergelijking met een buitenkat, maar ook een kat in de stad komt in aanraking met andere parasieten dan een kat op het platteland.
Hetzelfde geldt voor honden: sommige honden mogen loslopen in een natuurlijke omgeving, andere lopen steeds aan de leiband en enkel op het trottoir.
We doen tijdens een jaarlijkse controle dan ook navraag naar de leefomstandigheden van het dier, om een juiste risico-analyse te kunnen maken en het geschikte product voor te kunnen stellen.
Ontwormen
PUPS
Pups moeten een paar keer ontwormd worden voor de leeftijd van 6 maand.
Ze zijn voornamelijk gevoelig aan infecties met spoelwormen, gezien ze de larfjes opnemen via de moedermelk, maar ook omdat ze veelwraatjes zijn die makkelijk in contact komen met spoelworm eitjes.
De eerste ontworming vindt plaats bij de fokker.
De 2e en 3e valt meestal samen met de vaccinaties: op deze momenten zullen we u vragen de stoelgang daags na de ontworming te observeren, gezien de rest van het schema hiervan afhangt.
Grosso modo wordt er maandelijks ontwormd tot de leeftijd van 6 maand.
VOLWASSEN HOND
De frequentie van ontwormen hangt af van de leefwereld van de hond.
De belangrijkste factoren zijn:
- opname van rauw vlees/jacht afval
- contact van de hond met ontlasting van andere dieren of een besmette omgeving (speelweide, hondenschool)
- contact van de hond met jonge kinderen
- leeftijd van de hond
Honden die in een laag-risico omgeving vertoeven, worden bij voorkeur om de 6 maand ontwormd. Bij intacte teven vindt dit best plaats tijdens de loopsheid.
Honden die in een hoog-risico omgeving vertoeven of die rauw vlees toegediend krijgen, worden bij voorkeur om de 2 à 3 maand ontwormd.
Onder deze categorie vallen ook de honden die de neiging hebben vanalles op te eten tijdens het wandelen, die op plaatsen komen waar veel andere honden komen of samen wonen met kleine kinderen.
KITTEN
Een kitten moet net als een pup een paar keer ontwormd worden voor de leeftijd van 6 maand.
Ze zijn voornamelijk gevoelig aan infecties met spoelwormen, gezien ze de larfjes opnemen via de moedermelk.
De eerste ontworming vindt plaats bij de fokker. De 2e en 3e valt meestal samen met de vaccinaties.
Normaalgezien volstaan 3 ontwormingen tijdens de jeugd.
VOLWASSEN KAT
Ook bij de kat is de frequentie van ontwormen afhankelijk van de leefomgeving: katten die jagen en hun prooien verorberen, infecteren zich continu met wormen- zowel spoelwormen als lintwormen kunnen zo opgenomen worden.
Een andere besmettingsweg die we vaak zien, is het verkrijgen van een lintworm infectie ten gevolge van vlooien. HIERDOOR IS HET NODIG OM IEDERE KAT DIE VLOOIEN GEHAD HEEFT, TE ONTWORMEN!
Een binnenkat ontwormen we slechts 1 x per jaar. In onze praktijk wordt een middel toegediend tijdens de jaarlijkse controle. (Een binnenkat moet ook ontwormd worden, ook al is het besmettingsgevaar nihil, gezien er een kans is op aanwezigheid van ‘slapende’ larfjes in het spierweefsel).
Een buitenkat ontwormen we 2 tot 4 x per jaar, naargelang het jacht gedrag.
Af en toe hebben we een kat die zich zodanig snel herinfecteert, dat een maandelijkse ontworming nodig is.
De wormmiddelen voor de kat bestaan in tablet-vorm of pipet-vorm. Er bestaan ook combi-producten voor zowel in- als uitwendige parasieten.
Vlooien en teken
Vlooien en teken zijn de voornaamste parasieten die de vacht van hond en kat kunnen infesteren.
Net als bij inwendige parasieten is het besmettingsrisico voor elk dier anders en moeten preventieve middelen dan ook individueel op punt gesteld worden.
Preventie van vlooien en teken wordt besproken tijdens de jaarlijkse controle: zowel de frequentie als het type product wordt besproken.
Voor sommige dieren is het nodig om het hele jaar door te behandelen, voor andere enkel tijdens de zomermaanden.
Voor sommige is een spot on (product op de hals aangebracht) het geschikte middel, voor anderen eerder een orale toediening (bijv voor honden die zwemmen).
Het belang van preventie van deze parasieten mag niet onderschat worden gezien:
- vlooien en teken huidproblemen kunnen geven
- vlooien en teken ook de mens kunnen infecteren
- vlooien het volledige huis infesteren (de eileg gebeurt immers in de omgeving van het dier) waardoor het tijd vraagt om een ernstige besmetting onder controle te krijgen
- vlooien en teken andere parasieten in zich dragen waar de hond/kat dan ook mee besmet wordt
- we jaar na jaar een toename van het aantal parasieten zien (door de minder strenge winters?)
- meer en meer teken besmet zijn met de ziekte van Lyme
Het zijn dan geen onschuldige beestjes en het is steeds van belang de cyclus en de herkomst van de parasieten toe te lichten, ten einde goed preventief te kunnen werken en herbesmetting te voorkomen.
DIt is de reden waarom we dieren die vlooien/teken hebben, graag op consultatie zien in plaats van een product mee te geven aan de balie: de uitleg die erbij gegeven wordt is cruciaal om hervallen te voorkomen!
Mijten
Mijtachtigen zien we niet frequent bij hond en kat, met uitzondering van de oormijt bij de kat.
Er kan indien nodig tijdens een dermatologisch onderzoek gecontroleerd worden of een dier geïnfecteerd is met mijten, maar dit maakt geen onderdeel uit van de standaard problemen bij hond en kat.
Eencellige parasieten
Er bestaan ook een aantal eencellige darmparasieten bij hond en kat, die meestal uitgesproken klachten van diarree, slijm- en bloedbijmenging veroorzaken. Deze worden vastgesteld via stoelgangonderzoek bij honden die ons inziens mogelijks besmet zijn.
Hond en kat hoeven hier niet preventief voor behandeld te worden.
(Er bestaan ook parasieten die specifieke cellen infecteren, maar dit gaat over specifieke aandoeningen die als ‘inwendige ziekten’ gecategoriseerd kunnen worden en niet thuishoren bij de bespreking van preventieve zorg).