Patellaluxatie
Patellaluxatie of ontwrichting van de knieschijf
De patellaluxatie kan voorkomen bij alle hondenrassen en in zeldzame gevallen ook bij de kat. Een symptoom van knieschijfontwrichting is het af en toe wippen met één achterpoot. Deze wordt tijdens het wandelen plots opgetrokken en in de lucht gedragen. Na meerdere stapjes kan de hond de knieschijf meestal weer op zijn plaats klikken en kan hij weer normaal wandelen.
Er bestaan twee vormen van knieschijfontwrichting.
- De eerste, eerder zeldzaam, is een traumatische vorm die we zien na een ongeval. Deze vorm kan bij elk dier voorkomen.
- De meest voorkomende vorm is de erfelijke.
- Deze wordt voornamelijk gezien bij rassen als de Yorkshire terriër, de Pekingees, de Maltezer, de Poedel, de cavalier King Charles en andere, schoothonden dus. Toch zien we deze vorm ook bij grotere rassen als de Euraziër, de Flatcoat retriever, de Pyrenese berghond en andere.
In meer dan 95% van de gevallen zal de knieschijf naar de binnenzijde ontwrichten (mediale luxatie) . Bij 5%, meestal bij de grotere rassen, naar de buitenzijde (laterale luxatie)
Er zijn meerdere redenen waarom knieschijven ontwrichten:
- Omdat de groeve waarin de knieschijf glijdt niet diep genoeg is, waardoor ze makkelijk uit haar bedding wipt.
- Omdat de zijdelingse ophangbanden (retinaculum) te lang zijn.
- Een derde reden hangt samen met de aanhechting van de rechte band op het onderbeen. Als men het been langs vooraan bekijkt, moet de lijn die door het midden van het dijbeen en het onderbeen loopt de knieschijf in twee gelijke helften verdelen. Als het onderbeen echter teveel naar binnen gedraaid is, zal de aanhechting van de rechte band teveel naar binnen staan waardoor de knieschijf helemaal aan de binnenzijde ligt van deze theoretische rechte lijn. Daardoor zal ze zeer makkelijk uit haar bedding klikken, zelfs als deze mooi diep is. (cfr.tekening rechts)
De behandeling van patellaluxatie
De behandeling is steeds chirurgisch. Als men talmt met de ingreep zijn meerdere complicaties te voorspellen:
- de voorste kruisband wordt overbelast en heeft een fel verhoogde kans op scheuren
- er ontstaat artrose, artritis door kraakbeenaantasting door het steeds heen en weer klikken van de knieschijf over de zijdelingse rolkam.
- de onderzijde van de knieschijf geraakt helemaal afgesleten. Ze ziet er dan ook uit alsof men met een stuk ruw schuurpapier of met een vijl het kraakbeen heeft weggeschraapt. Zulke knieschijf veroorzaakt veel pijn en herstelt nooit meer helemaal.
Snelle chirurgie wordt dus aangeraden. De techniek die men gebruikt zal er dus op gericht zijn om de patella stabiel in de groeve van het dijbeen te laten glijden. Daarvoor worden verschillende technieken toegepast en gecombineerd.
De meest voorkomende technieken zijn:
- het verdiepen van de groeve (zie tekening rechts)
- het verstevigen van de pezen aan de zijkant van de knieschijf
- het verplaatsen van de aanhechting van de rechte band zodat de knieschijf niet meer onder zijdelingse spanning staat. (zie röntgenopnames postoperatief onder)
Deze technieken zijn vaak erg ingrijpend en er is dikwijls nood aan orthopedische implantaten zoals pinnen en draden om de botten te herstellen.
Soms is de misvorming zo groot dat de doorsnee technieken niet zouden volstaan. In dit geval moeten er correctieve botsnedes gemaakt worden waarna de botuiteinden gefixeerd worden met schroef en plaat. Deze chirurgie vergt voorafgaand een diepgaand radiografisch onderzoek om nauwkeurig uit te meten hoeveel been er moet worden weggezaagd en/of gecorrigeerd. Deze ingrepen en onderzoekn zijn daarom oo merkelijk duurder dan de doorsnee patellaluxatie correcties.
Om een totaal versleten patella groeve te behandelen beschikken wij over een nieuwe Kyon prothese de PGR of patellar groove replacement prothese. Door dit implant kunnen we zelfs totaal versleten delen van het patella femorale gewricht grotendeels herstellen en terug functioneel en pijnvrij maken.