Klinische chemie
Albumine | ALB |
Albumine is een belangrijke regelaar van het osmotisch evenwicht in het lichaam en is ook een drager van sterk eiwitgebonden stoffen (bijv. calcium, thyroxine, vetzuren en sommige geneesmiddelen). |
Albumine/globuline (Alb/Glob) ratio ALB/GLOB | ALB/GLOB |
De albumine/globuline ratio is de hoeveelheid albumine in het serum gedeeld door de globulinen. De verhouding wordt gebruikt om te proberen oorzaken van de verandering van het totale serumeiwit vast te stellen. |
Alkalische fosfatase (ALP) | ALP |
ALKP Alkalische fosfatase (ALP) is hoofdzakelijk een indicator van cholestatische leverziekte. Het neemt ook toe bij ernstige botdestructie en bij toediening van steroïden |
Alanine-aminotransferase (ALT) | ALT | Alanine-aminotransferase (ALT) is een celenzym dat wordt afgegeven na beschadiging van levercellen. ALT kan ook licht stijgen bij spierletsel en gastro-intestinale ziekte. |
Amylase | AMYL | Amylase is een enzym dat hoofdzakelijk in de pancreas wordt geproduceerd om koolhydraten in de darmen te verteren. |
Aspartaat-aminotransferase (AST) | AST | AST (Aspartaat-aminotransferase) is een celenzym dat hoofdzakelijk stijgt vanwege beschadiging van de lever en spieren. |
Bilirubine | TBIL | Bilirubine is een indicator van leverziekte, afwijkingen aan de galblaas of hemolyse. |
Blood Urea Nitrogen (BUN) | BUN/CREA |
Blood Urea Nitrogen (BUN) wordt geproduceerd in de lever en afgescheiden door de nieren. Het is een marker voor een gestoorde lever- en nierfunctie. |
Ureum (BUN) | BUN |
Ureum (BUN) wordt geproduceerd in de lever en uitgescheiden door de nieren. Het is een marker voor een gestoorde lever- en nierfunctie. |
Calcium | Ca |
Calcium is een ion dat het lichaam nodig heeft voor talrijke intracellulaire en extracellulaire functies. Calcium is ook belangrijke component in de botstructuur. |
Cholesterol | CHOL | Cholesterol is een van de belangrijkste lipiden in het lichaam. Het speelt een belangrijke rol als component van celmembranen.. |
Chloride | Cl |
Chloride is het meest overvloedige anion in het extracellulair vocht. Chloride is belangrijk voor de zuur-base-balans, transport van cellulair vocht en de zenuwfunctie. |
Creatinekinase | CK |
Creatinekinase is een spierenzym. Een verhoogd CK-gehalte suggereert lekkage van het enzym uit de spiercellen, vaak veroorzaakt door spierontsteking of trauma. |
Creatinekinase (CK) | CREA |
Creatinekinase (CK) is een spierenzym. Een verhoogd CK-gehalte suggereert lekkage van het enzym uit de spiercellen, vaak veroorzaakt door spierontsteking of trauma. CK wordt ook wel creatinefosfokinase (CPK) genoemd |
Fructosamine | FRU | A glycosyleerde proteïne; hulpmiddel bij toezicht op de behandeling van diabetes mellitus. Wordt met name gebruikt bij katten omdat door cortisol veroorzaakte glucoseschommelingen in verband worden gebracht met stress van monstername |
Gamma-glutamyltransferase (GGT) | GGT |
Gamma-glutamyltransferase (GGT) is een marker van cholestatische leverziekte |
Globuline | GLOB |
Globulinen worden geproduceerd in de lever en ook door de cellen van het immuunsysteem (gammaglobulinen). Ze hebben vele belangrijke rollen inclusief behoud van het osmotisch evenwicht, immuunsysteemfunctie en de ontstekingsrespons. |
Glucose | GLU | Glucose is de basisenergiebron van het lichaam. |
Lactaat | LAC | Wordt gebruikt als indicator van metabole stoornis. |
Lactaatdehydrogenase | LDH |
Wordt gebruikt als indicator van de beschadiging van de lever, hart- of skeletspier. |
Lipase | LIPA |
Lipase is een enzym dat hoofdzakelijk in de pancreas wordt geproduceerd om vetten uit de voeding in de dunne darmen af te breken. |
Magnesium | Mg |
Magnesium is hoofdzakelijk een intracellulair kation dat voor vele enzymatische reacties belangrijk is. |
Phenobarbital | PHBR | Fenobarbital is een barbituraat dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de behandeling van epilepsie. Fenobarbitalconcentraties worden gemeten om te helpen bepalen of het geneesmiddel therapeutische niveaus bereikt en om toxische concentratiesvast te stellen. |
Fosfaat | PHOS | Fosfaat is essentieel voor de energieproductie, eiwitsynthese en zuur-base-evenwicht in het lichaam. Fosfaat is ook een belangrijke botcomponent. |
Kalium | K |
Kalium is een intracellulair ion dat verantwoordelijk is voor het behoud van het vocht- en elektrolytenevenwicht. Kalium is essentieel voor de spier- en zenuwfunctie. |
Natrium | Na |
Natrium is het meest overvloedige anion in het extracellulair vocht. Het is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de regeling van het vochtvolume in de bloedsomloop. |
Totaal eiwit | TP |
Totaal eiwit in het bloed bestaat hoofdzakelijk uit albumine en globulinen (zie afzonderlijke beschrijvingen) met een geringe bijdrage van coagulatie-eiwitten en fibrinogeen. |
Triglyceriden | TRIG |
Indicator van afwijkingen van het lipidenmetabolisme |
Urinezuur | URIC |
Indicator van de ernst van nierziekten bij vogels (en dalmatiërs). |
Hematologie
Parameter |
Beschrijving |
HCT (hematocriet) | Bij elk rapport |
RBC (aantal rode bloedcellen) |
|
HGB (hemoglobine) |
Bij elk rapport |
RETIC, %RETIC (aantal reticulocyten, percentage reticulocyten) |
Reticulocyten zijn essentieel en de gouden standaard voor het karakteriseren van een anemie als regeneratief of non-regeneratief. |
MCV (gemiddeld celvolume) |
Seriële metingen geven een beter zicht op de progressie/regressie van het ziektebeeld. |
RDW (variabiliteit in grootte van rode bloedcellen) |
|
MCHC (gemiddelde hemoglobineconcentratie per cel) | Bij elk rapport |
MCH (gemiddelde hoeveelheid hemoglobine per cel) | Bij elk rapport |
PLT (platelet count / aantal trombocyten) |
De ProCyte Dx Analyzer biedt een veel nauwkeurigere telling van het aantal trombocyten dan alleen op impedantie gebaseerde analyzers |
MPV, PDW, PCT (gemiddeld trombocytenvolume, variabiliteit in grootte van trombocyten, trombocythematocriet) |
Hulpmiddel voor de karakterisering van een trombocytenafwijking (zoals aanwezigheid of aanwezigheid van een beenmergrespons op een perifere vraag naar trombocyten) |
WBC (aantal witte bloedcellen) | Bij elk rapport |
Monocyten and Lymphocyten (% and aantal) |
|
Neutrofielen (% and aantal) |
Belangrijk bij het identificeren van bepaalde soorten ontstekingsziekten en de ernst daarvan en het volgen van de ontstekingsprogressie of -regressie |
Staafkernige neutrofielen |
Wordt genoteerd wanneer verwacht wordt dat staven ('bands') in een monster aanwezig zijn. De aanwezigheid van staven is de allerbeste indicator van ontsteking |
Eosinofielen (% and aantal) |
|
Basofielen (% and aantal) |
Kan handig zijn bij de identificatie van systemische hypersensitiviteit en van acute allergische reacties |
nRBCs (gekernde rode bloedcellen) |
Wordt genoteerd wanneer de analyzer verwacht dat nRBCs in een monster aanwezig zijn. nRBCs duiden op beenmergletsel of een extreme verhoging van de productie van rode bloedcellen; in beide gevallen dient de arts snel te handelen. |
Vloeistofanalyse | De mogelijkheid om lichaamsvloeistofanalyses uit te voeren voor real-timeceltellingen en ter support van de vloeistofclassificatie |
TNCC (totaal aantal gekernde cellen) |
Een telling van alle gekernde cellen in een lichaamsvloeistof, inclusief witte bloedcellen, gekernde rode bloedcellen en zowel goedaardige als kwaadaardige somatische cellen, zoals mesotheelcellen, epitheelcellen etc. |
Granulocyt (aantal and %) |
Gekernde cellen inclusief alle drie granulocytpopulaties: neutrofiele, eosinofielen en basofielen |
Agranulocyt (aantal and %) |
Gekernde cellen inclusief alle gekernde cellen die niet tot de 'granulocyt'categorie behoren: lymfocyten, monocyten, macrofagen, mesotheelcellen, neoplastische cellen etc. |
RBC (aantal rode bloedcellen) | Het aantal niet-gekernde rode-bloedcelvormen |
*Het aantal gerapporteerde parameters kan verschillen afhankelijk van de diersoort.
SNAP en andere sneltesten
Tests | Ziekte | Voordelen |
---|---|---|
SNAP® Total T4 Test | hyperthyreoïdie |
hyperthyreoïdie en vermoedelijke hyperthyreoïdie en volg de medicatie snel; gebruik plasma voor snellere resultaten. |
SNAP® Cortisol Test |
Ziekte van Cushing |
Screen op ziekten en volg de medicatie op de lange termijn voor snelle aanpassingen, indien noodzakelijk. |
SNAP® Galzuren Test | gestoorde leverfunctie |
Beoordeel de leverfunctie. Adviseer verdere diagnostiek gebaseerd op de resultaten om ziekten zoals portosystemische shunts te helpen diagnosticeren. |
SNAP® cPL™ Test | Pancreatitis bij honden | Diagnosticeren of uitsluiten van pancreatitis bij honden. |
SNAP® 4Dx® Test |
Hartworm |
Tegelijkertijd screenen op hartworm bij honden en drie door teken overgedragen ziekten. |
SNAP® FIV/FeLV Combo Test |
Feline Leukemie Virus |
Screen op twee ziekten met slechts één bloedmonster. |
SNAP® fPL Test | Pancreatitis bij katten | Vaststellen of uitsluiten van pancreatitis bij katten. |
SNAP® Leishmania Test | Leishmania |
Resultaten in de kliniek in slechts 6 minuten. Ontwikkeld voor maximale nauwkeurigheid met zowel positieve als negatieve controles. |
SNAP® Giardia Test | Giardia |
Detecteert oplosbare Giardia antigenen - geen slidesmeer scannen op cysten. Geen monstervoorbereidingstijd -eenvoudig op te stellen naast directe flotatie. |
SNAP® Parvo Test | Parvovirus |
Resultaten op het zorgpunt in 8 minuten. Geeft geen kruisreactie met gemodificeerde levende vaccines. |
SNAP® Feline proBNP Test | Hartgezondheid |
Betaalbaar beoordelingsmiddel voor alle patiënten het een verhoogd risico op hartproblemen. |
Angio Detect Test | Angiostrongylus vasorum |
Nauwkeurige bloedtest in de kliniek met resultaten in slechts 15 minuten. Vereenvoudigt het testen voor personeel en klanten. |
Parameters urineanalyse
Parameter | Conventionele eenheden (conv.) | SI eenheden (SI) | Arbitraire eenheden (arbitrair) |
SG (soortelijk gewicht) | Meten met refractometer | ||
pH | 5 6 6.5 7 8 9 |
5 6 6.5 7 8 9 |
5 6 6.5 7 8 9 |
LEU (leukocyten) |
neg 25 Leu/μL 100 Leu/μL 500 Leu/μL |
neg 25 Leu/μL 100 Leu/μL 500 Leu/μL |
neg 1+ 2+ 3+ |
PRO (eiwit) | neg TR 30mg/dl 100mg/dl 500mg/dl |
neg TR 0.3 g/l 1.0 g/l 5.0 g/l |
neg TR 1+ 2+ 3+ |
GLU (glucose) | neg 50 mg/dL 100 mg/dL 300 mg/dL 1000 mg/dL |
neg 3 mmol/L 6 mmol/L 17 mmol/L 56 mmol/L |
neg 1+ 2+ 3+ 4+ |
KET (ketonen) | neg 15 mg/dL 50 mg/dL 150 mg/dL |
neg 1.5 mmol/L 5 mmol/L 15 mmol/L |
neg 1+ 2+ 3+ |
UBG (urobilinogeen) | norm 1 mg/dL 4 mg/dL 8 mg/dL 12 mg/dL |
norm 7 μmol/L 70 μmol/L 140 μmol/L 200 μmol/L |
norm 1+ 2+ 3+ 4+ |
BIL (bilirubine) | neg 1 mg/dL 3 mg/dL 6 mg/dL |
neg 17 μmol/L 50 μmol/L 100 μmol/L |
norm 1+ 2+ 3+ |
BLD (bloed/hemoglobine) | neg 10 Ery/μL 25 Ery/μL 50 Ery/μL 250 Ery/μL |
neg 10 Ery/μL 25 Ery/μL 50 Ery/μL 250 Ery/μL |
neg 1+ 2+ 3+ 4+ |
NB: NIT (nitraat) en SG (soortelijk gewicht) resultaten worden niet gelezen of afgedrukt door de IDEXX VetLab UA Analyzer.
|